Kadastraal: Oosterzele, 6de afdeling – sectie A nr 342e
Situering van de bunker
Kadastrale aanduiding van de bunker in 1934 en detail van het inplantingsplan. (bron min. van financiën – aankoopcomité Gent 2 – RAG
Huidige kadastrale ligging en luchtfoto (bron Agif en Van Steelandt)
Oorsprong van eigendom
Het deel van het perceel grond waarop naderhand bunker Av 10 werd opgericht stond oorspronkelijk onder grotere oppervlakte gekend als kadastraal perceel nummer 342a en behoorde toe aan de heer Emmanuël Van de Weghe uit Gijzenzele.
Bij akte verleden op 5 februari 1935 ten overstaan van de Ontvanger der Registratie en Domeinen te Gent werd voormeld perceel grond verkocht aan de Belgische Staat.
Ingevolge akte verleden op het kantoor der Registratie en Domeinen Bottelare te Merelbeke op 21 april 1960 werd de grond met eropstaande bunker verkocht aan de echtgenoten Richard Van De Weghe-De Cooman te Merelbeke.
Beschrijving van de bunker
Het betreft een uitzonderlijke bunker binnen het ganse TPG. Enerzijds heeft deze bunker een nooduitgang en anderzijds werd deze bunker ingegraven in de heuvelrug van de vroegere molen – heden wordt deze locatie nog altijd “Gijzelmolen” genoemd. Deze molen verdween in 1931 – op 2de Pinksteren brandde hij af bij een hevig onweer (officiële reden).
‘Av’ is de afkorting van ‘avancé’ of ‘vooruitgeschoven’. Het is een bunker die meer vooraan werd ingeplant om zijn oorlogsrol beter te kunnen vervullen, het lager liggend terrein goed observeren en onder schot nemen. De bunker heeft twee schietgaten en is gecamoufleerd met Tirools gebochelde.
De ingang van de bunker is eveneens speciaal. De bunker, in tegenstelling tot de meeste bunkers, geen ingang via een trap naar beneden, maar had zijn ingang via de molenberg. Door middel van klimijzers kon men dan de bunker betreden.
De beide kamers in de bunker zijn voorzien voor de opstelling van Maximmitrailleur. Daarnaast was er ook een voorziening voor de opstelling van een Hotchkiss- of Coltmitrailleur. In de tweede kamer zat de nooduitgang.
De buitenmuur van de bunker was op die plaats maar een halve steen dik. Aan de binnenkant zaten ijzeren profielen die langs een smalle gleuf aan de bovenkant verwijderd konden worden. Het muurtje kon men met een ijzeren profiel of de kolf van een geweer wegstampen.
Aan de muren waren haken en rekken voorzien. De haken voor het aanhangen van allerlei materiaal zoals helm en rugzak. De rekken waren ijzeren haken waarop een eiken plank werd gelegd. Op deze plak werden de kogelbanden gelegd. Tijdens de slag om Gijzenzele was de bunker bemand door de 13de compagnie van het 6de Linieregiment en bestond uit een sectiechef, twee stukoversten, twee laders en twee schutters.
In 1962 werd er door het toenmalige EBES een elektriciteitscabine gebouwd juist voor de schietgaten (grijs model). Later in de jaren 90 werd de cabine vervangen door een groen exemplaar.
Na tussenkomst van de gemeente Oosterzele werd de cabine verplaatst naast de bunker
(bron Erik Janssen).
Plannen van de bunker
Plattegrond en doorsneden van de bunker.
(KLM/MRA, Fonds 185, doos 810, bunkerdossiers)
Buitenzicht
Nooduitgang en vooraanzicht van de bunker. De camouflage bestond uit “Tirools gebochelte”