Bunker A36
.
Bunker Kerkstraat – A 36 |
Oosterzele – deelgemeente Gijzenzele, Kerkstraat naast woning nr 37 |
Kadastraal: Oosterzele, 6de afdeling Gijzenzele - sectie A nr 484/b/2 |
![]() |
![]() |
Kadastrale toestand jaren '30 (Min fin -1ste comté tot aankoop) |
Detail van het onteigende perceel (Min fin -1ste comité tot aankoop) |
![]() |
![]() |
Kadastrale toestand heden (Min fin - adm van het kadaster) |
Luchtfoto heden (foto Agiv) |
Bronnen: Bruggehoofd Gent door Erik Janssen en het ministerie van financien Comité tot aankoop.
Oorsprong van eigendom
Het perceel waarop naderhand bunker A 36 werd opgericht bestond oorspronkelijk uit delen van de percelen met nummers 483bis en 484bis, enerzijds de toegang tot de bunker en anderzijds de grond met de bunker erop.
Het volledige perceel grond met kadastraal nummer 483bis was eigendom van de heer Edmond Haelterman en het volledige perceel grond met kadastraal nummer 484bis was in onverdeeldheid eigendom van 1/ de heer Richard De Sutter, 2/ de heer Honoré De Sutter, 3/ juffrouw Romanie De Sutter, 4/ de heer Gustaaf De Zutter en 5/ de heer Silvijn De Sutter.
De respectievelijke verkoopaktes van deze innemingen aan de Belgische Staat werden verleden ten overstaan van de Ontvanger der Registratie en Domeinen te Gent, voor het perceel 483bis op 31 december 1934 en voor het perceel 484bis op 4 maart 1935.
Beide aankopen door de Belgische Staat geschiedden voor de noodwendigheden van ’s lands verdediging.
Ingevolge akte verleden op het kantoor der Registratie en Domeinen te Bottelare op 20 december 1962 werden beide percelen grond met bunker verkocht aan de echtgenoten André De Sutter-De Smet Cecile.
Beschrijving van de bunker
De bunker is voorzien van twee schietgaten. Verder werden de schietgaten voorzien van als vensters beschilderde houten of metalen luiken.
De hoeken waren opgemetst in bakstenen metselwerk en werden afgesloten met een “lanteau”. Het metselwerk was eveneens bepleisterd met een cementlaagje. Daarboven werd een dakconstructie geplaatst met een licht hellend dak van ± 30°.
In tegenstelling tot de plannen is de bunker toegankelijk via een sas dat bereikbaar was met klimijzers in plaats van de voorziene trappen. Binnenin bevinden zich twee kamers welke met elkaar verbonden zijn.
Beide kamers beschikten over een Chardome-affuit voor de opstelling van een Maximmitrailleur. Maar voor de opstelling van een Hotchkiss- en coltmitrailleur was de Chrdome niet geschikt. Men voorzag de bunkers van een ander dispositief. Aan weerszijden van het schietgat werden twee betonnen sokkels gebouwd met bovenaan uitsparingen waarin een van inkepingen voorziene houten blok werd geplaatst. Hierin werden de voorste poten van de mitrailleur geplaatst.
Aan de muren waren haken en rekken voorzien. De haken voor het aanhangen van allerlei materiaal zoals helm en rugzak. De rekken waren ijzeren haken waarop een eiken plank werd gelegd. Op deze plak werden de kogelbanden gelegd. Tijdens de slag om Gijzenzele was de bunker bemand door de 13de compagnie van het 6de Linieregiment en bestond uit een sectiechef, twee stukoversten, twee laders en twee schutters.
Plannen van de bunker
Doorsnede van de bunker. In tegenstelling tot de plannen was er geen trap maar klimijzers. (KLM/MRA, Fonds 185, doos 810, bunkerdossiers)
Grondplan van de bunker Ook hier is een trap en een bezinkput getekend, in tegenstelling tot de werkelijke uitvoering. (KLM/MRA, Fonds 185, doos 810, bunkerdossiers)
![]() |
![]() |
Het blootleggen van de funderingen zorgt ervoor dat de hoek perfect kan heropgemetst worden – foto’s 2009.
De ingang van de bunker. Geen trappen maar klimijzers – foto’s 2009 Foto's Dirk De Ganck.
![]() |
![]() |
![]() |
de letter "R" - repère - merkstreep, een granaatwerpgat en de ingangen voor de kabels