Heiligen der parochie

Houtsnede van Hans Burgnair.HoutsnedeHoutsnede

Ze stelt Sint-Bavo, voor in volle wapenuitrusting bekleed met mantel en ordeketting.

Op de achtergrond de holle boom waarin hij zich volgens zijn “vita” als kluizenaar terugtrok

 

 

 

 [1] Populaire heiligen in het bisdom Gent – Tot heil van mens en dier  – Robert Ruys

De heilige Bavo – edelman - 1 oktober

 

Bavo is de kloosternaam van de adellijke Alowin, rond het einde van de 6de eeuw in de streek van Tongeren geboren. Hij was de zoon van de graaf van Haspengouw, verwant met het vorstenhuis van Austrasië, o.m. met Karloman en Pepijn van Landen. Hij huwde met de dochter van Graaf Adilio. Zijn jeugd bracht hij door midden hofweelde en wapengeweld.

De invloed van Sint-Amandus, bisschop van Tongeren, de vroomheid van zijn dochter Adeltrudis en het vroegtijdig overlijden van zijn echtgenote brachten hem tot bezinning en tot een leven van strenge boete. Hij deelde zijn bezittingen uit aan de armen.

Hij stelde zich onder de leiding van Amandus, de apostel van het Vlaamse land.

Na enige tijd zocht hij nog grotere eenzaamheid en boete. De faam van de strenge eremijt trok spoedig heel wat volk naar zijn kluis. Daarom keerde hij naar zijn abdij terug om er de stilte opnieuw te zoeken. Abt Floribertus bouwde hem binnen de abdij, maar buiten de gemeenschap, een kluis waar hij in afzondering zijn boeteleven voortzette.

Hij stierf er rond 650 op 1 oktober.

 

In een merkwaardig artikel van Prof. Adriaan Verhulst brengt deze de heilige Bavo in verband met de oorsprong van Gent.

“Wijlen Dom Huyghebaert ontwikkelde namelijk de hypothese, dat de Sint-Janskerk oorspronkelijk een bidplaats was, gebouwd ten laatste op het einde van de 8ste eeuw op de plaats van de vroegere kluis van Bavo, welke zelf volgens de Vita Bavonis, gebouwd is op de ruïnes van een Romeins heiligdom.

In 1559 werd het bisdom Gent opgericht: de Sint-Janskerk werd bisschopskerk.

De heilige Bavo werd als patroonheilige van het bisdom aangesteld en de  Sint-Janskerk tot Sint-Baafskathedraal omgedoopt.

Bavo’s naamfeest wordt er elk jaar op 1 oktober als hoogfeest gevierd.


In de iconografie wordt de heilige Bavo meestal voorgesteld als een edele krijgsman, met ridderharnas, zwaard en scepter. Soms draagt hij ook een grafelijke muts of een hertogkroon.

Een kenmerkend attribuut is ook de jachtvalk: alleen de edelen bezaten het recht om te jagen.

 

In de volkstaal en het volksleven is de viering op 1 oktober van de “Sint-Baafsmis” uitgegroeid tot het begrip “Barnis” ( = najaar). Zo spreekt men van Bamisweer, Bamistijd, Bamisvoer voor diere

 

n, Bamispruimen (late pruimen), Bamisbloemen, enz.

Zowat overal in de kerken, hem toegewijd, werd op de voorspraak van de heilige Bavo een beroep gedaan bij kinderziekten, vooral ter vrijwaring of genezing van de “Kiekhoest” (kinkhoest).

 

Bij de begankenis en het opzeggen van de litanie ter ere van de heilige Bavo liet men de kinderen wijwater drinken uit een kinkhoren of koehoren, ook wel eens “Sint-Bavohoren” ge

 

De verering van de heilige Bavo bleef niet beperkt tot Gent. Heel wat kerken werden aan de heilige Bavo als patroonheilige toegewijd. Enkele, zoals bv. de kerk én de kluis te Mendonk, waar Bavo als kluizenaar leefde, werden bedevaartplaatsen. Wij sommen hier de parochies uit het bisdom Gent op waar de heilige Bavo als patroonheilige vereerd wordt: Baaigem, Gijzenzele, Gent (kathedrale kerk), Goeferdinge, Gontrode, Mendonk, Mere, Vinderhoute, Wanzele, Zingem.noemd. 

De heilige Barbara – maagd en martelares - 4 december

Aan het einde van de derde eeuw werd Barbara geboren als dochter van de welgestelde heidense vader Dioscorus in het huidige Izmid in Turkije. Zij stond bekend om haar uitzonderlijke schoonheid, haar geleerdheid en haar zuivere inzichten. Alle rijke jongelingen uit die stree


Heiligen StBarbaraPrentje


k dongen naar haar hand,maar zij voelde dat zij haar leven iets anders moest geven, iets dat haar nog niet bekend was. Steeds wist zij de weg te vinden naar een kleine groep christenen die in die tijd onder voortdurende angst moestem leven voor de keizerlijke vervolgingen. Zij wilde meer over dit bijzondere geloof weten en steeds meer werd haar bewust dat dit haar verdere levensweg zou gaan bepalen.


Haar vader, die een fanatieke christenvervolger was, besloot Barbara van de christenen weg te houden door haar in een toren, nabij het huis, in te sluiten. Hij gaf opdracht voor de bouw van deze toren waarin twee vensters moesten komen. Barbara gaf echter de opdracht om er drie in te plaatsen om zo de heilige Drie-eenheid als symbool in de muur te kunnen zien. Bij afwezigheid van haar vader liet zij zich dopen. Haar vader ontstak in woede en sleepte haar voor de stadhouder die het meisje liet geselen. Christus zelf zou haar in de nacht de wonden verzorgd hebben. Steeds weer werd zij op bevel van de stadhouder vreselijk gefolterd maar een engel bedekte haar vreselijke wonden met een wit kleed. Toen de stadhouder bemerkte dat het niets uithaalde liet hij het meisje door het zwaard ombrengen. Het was haar eigen vader die dit vonnis voltrok. Gelijk daarop werd hijzelf door de bliksem getroffen. (Een van de vele verhalen rond de heilige Barbara).


Haar sterfjaar zou in het jaar 306 zijn geweest. Het is geweest in de tijd van keizer Galerius Valerius Maximinus, de opvolger van Diocletianus. In het jaar 1000 zouden de relieken in de Marcus kerk in Venetie en van daaruit op het eiland Torcello zijn gebracht.


Patrones van: de infanteristen, mijnwerkers, architecten, boeren, dakdekkers, metselaars, tunnelbouwers, bouwvakkers, klokkengieters, metaalgieters, smeden, steenhouwers, beiaardiers, koks, hoedenmakers, slagers, gevangenen, meisjes, brandweer, stervenden, stervensuur, torens, vestingen.

Patrones tegen: vuur, koorts, de pest, onweer. Helper in nood

Relikwie van de H. Barbara (foto Dirk De Ganck)

Houten beeld van de H. Barbara op

het rechter zijaltaar in de Kerk van Gijzenzele

(foto Dirk De Ganck)

 

Schilderij op het rechter zijaltaar (foto Dirk De Ganck) 

“De stadhouder liet het meisje door het zwaard ombrengen. De executie werd uitgevoerd door haar eigen vader”.

De heilige Cornelius -paus- 16 september

Over het leven van Cornelius is relatief weinig geweten.Heiligen StCorneliusPrentje

Hij werd in het begin van de 3de eeuw te Rome geboren uit een adellijk geslacht. Algemeen wordt aanvaard dat hij een van de eerste pausen was die voor zijn pontificaat een regelmatige carriere had doorlopen. In maart 251 werd hij tot paus verkozen, omtrent veertien maanden na de dood van zijn voorganger, paus Fabianus (236-250) die was bezweken onder de vervolging van keizer Decius (249-251). Zijn verkiezing verliep niet rimpelloos. Van meet af aan had Cornelius af te rekenen met het verzet van Novatianus die zichzelf opwierp als tegenpaus en een strenger optreden eiste tegen allen die zich tijdens de kerkvervolgingen zwak of ontrouw hadden getoond. Cornelius kon echter zijn gezag handhaven dank zij de steun van zijn vriend Cyprianus, de bisschop van Carthago. De opvolgers van keizer Decius, keizer Gallus en zijn zoon Volusianus waren al even meedogenloos voor de christenen en lieten Cornelius verbannen naar Centum in de buurt van Rome. Hij stierf in 253 in ballingschap en werd als martelaar vereerd. Zijn feestdag valt op 16 september. Van Cornelius zijn enkele brieven bewaard, meestal bestemd voor Cyprianus.

 

Zijn lichaam werd waarschijnlijk in 253 bijgezet in de catacomben van Callixtur.

In de 5de eeuw liet paus Leo I het gebeente van Cornelius overbrengen naar een daarvoor speciaal opgetrokken kerk langs de Via Appia. Zijn relieken bleven er drie eeuwen tot ze opnieuw werden verhuisd naar de Romeinse kerk O.L. Vrouw in Nastevere, waar ze nu nog voor een gedeelte berusten. Het andere deel van zijn gebeente werd door paus Johannes VII in 875 aan keizer Karel de Kale geschonken ter gelegenheid van zijn kroning. De keizer liet ze naar Compiegne overbrengen waar hij een prachtige kerk had opgericht. Compiegne werd zo het vroegste centrum van de Corneliusverering benoorden de Alpen. Enige tijd later schonk Karel de Kale op zijn beurt het hoofd en een arm van de heilige Cornelius aan de abdij van Inde bij Aken.

In deze streek ontstond reeds in de 10de eeuween vurige Corneliusverering en aan de abdij werd de naam Kornelimtinster toebedeeld. In de 11de eeuw groeide zij uit tot het belangrijkste cultuscentrum van de heilige Cornelius in Europa en op verschillende plaatsen heeft zij de devotie van haar patroonheilige gestimuleerd.

 

De Vlaamse Corneliusverering dankte eveneens haar ontstaan aan deze abdij. Kornelimtinster had namelijk bezittingen in Vlaanderen, meer bepaald in Diegem, Kumtich en Ronse waar ze eigenaar was van de Sint-Pietersabdij.

In de 12de eeuw schonken de monniken van Kornelimtinster een gedeelte van de relieken van de heilige Cornelius aan hun ordebroeders in Ronse. Bij het o

 

Heiligen StCorneliusSchets

 

verbrengen ervan hielden ze halt in Ninove waar ze uit dankbaarheid voor de genoten gastvrijheid eveneens een gedeelte van het gebeente achterlieten.

 

Vanuit Ronse en Ninove verspreidden de relieken zich over gans Vlaanderen, terwijl ook Diegem een belangrijke invloed uitoefende op de Corneliusdevotie in onze gewesten.

 

Tussen de verschillende heiligen die in Vlaanderen vereerd werden bekleedde Cornelius ongetwijfeld een ereplaats. Hij werd in niet minder dan 98 plaatse

 

in Oost-Vlaanderen. Het gaat hier zowel om bedevaartplaatsen als om kerken waar Cornelius bijzonder vereerd werd. Na Maria en misschien ook Antonius Abt was hij de meest vereerde heilige in Vlaanderen. Het centrum van de Corneliusdevotie lag in de omgeving van de abdij van Ninove. Andere belangrijke oorden waren Machelen, Diegem, Aalter, Aalbeke, Passendale, Zandvoorde en Doel.n aangeroepen, waarvan 34 

 

Beelden, schilderijen en prenten stelden de heilige Cornelius meestal voor als paus met de “cappa magna” omhangen, de tiaar op het hoofd, de kruisstaf in de ene en de hoorn in de andere hand.

 

Als beschermheilige van het hoornvee werd Cornelius ook soms met dieren afgebeeld, zo te Schellebelle en Serskamp.

 

In Gijzenzele vindt (vond) op de eerste zondag na 16 september een ommegang plaats.

 

Men ging rond de kerk terwijl men aan elke statie bepaalde gebeden las. 

Ommegang van de H. Cornelius – de eerste zondag na 16 september of op 16 september.

Voor de ommegang wordt eerst de litanie van de H. Cornelius gelezen.

1ste statie

Bid voor ons H. Cornelius, opdat wij door uw machtige voorspraak bij God, mogen bevrijd zijn van alle zonden, oorzaak van ziekten, plagen en ellende in deze wereld. (onze vader – wees gegroet)

 

 

2de statie

Bid voor ons H. Cornelius, gij die de marteldood zijt gestorven om uw geloof te belijden in Jezus Christus dat wij mogen behouden worden van ongeloof, scheuring, ketterij en kerkvervolging. (onze vader – wees gegroet)

 

 

3de statie

Bid voor ons H. Cornelius, dat wij voorzichtig en standvastig mogen blijven in alle listen en kwade bekoringen. (onze vader – wees gegroet)

 

 

4de statie

Bid voor ons H. Cornelius, dat wij door uw lijden en pijnen welke gij in uw lichaam hebt onderstaan binst uw martelaarschap, zouden mogen bevrijd blijven van vallende ziekte, seskens en andere ellenden van het lichaam. (onze vader – wees gegroet)

 

 

5de statie

Bid voor ons H. Cornelius opdat wij door uw machtige bescherming en uwe tussenkomst bij God, die de dieren heeft geschapen tot nut en voedsel van de mensen, onze stallen en beesten steeds mogen bevrijd blijven van ziekt en plagen. (onze vader – wees gegroet)

 

 

6de statie

Bid voor ons H. Cornelius dat wij mogen bevrijd blijven van oorlog, pest en slechte tijden. (onze vader – wees gegroet)

 

 

7de statie

Bid voor ons H. Cornelius dat wij door uw voorbleed en uw bijstand, de

De heilige Donatianus - 14 oktober - bisschop

Donatianus was bisschop van Reims van 360 tot 389. Zijn verering in onze streken dateert slechts van de 9e eeuw toen Boudewijn I, graaf van Vlaanderen, van Karel de Kale, koning van Frankrijk, zijn gebeente ontving (als waarborg voor de gesloten vrede) en het liet overbrengen, eerst naar Torhout, later naar de collegiale kerk van 

 

In 1834 werden de relieken van St. Donatianus naar de huidige St. Salvatorskathedraal overgebracht.Brugge die de sint Donaaskathedraal zou worden. 

 

De heilige Donatianus is patroon van het bisdom Brugge (opgericht in 1559, maar tussen 1801 en 1834 tijdelijk bij het bisdom Gent gevoegd).

 

Patroon van: Bisdom Brugge 

Beeld en relikwie van de H. Donatus in de kerk van Gijzenzele (foto Dirk De Ganck) 

Beeld en relikwie van de H. Donatus in de kerk van Gijzenzele (foto Dirk De Ganck) 

De heilige Nicolaas van Tolentijn - 10 september monnik

 

 

Nicolaas werd omstreeks het jaar 1245 in Saint Angelo in Pontano (Italie) geboren. Met elf jaar sloot hij zich aan bij de Augustijner kluizenaars. Hij werd door Benvenutus tot priester gewijd en in de twintig jaar die daarop volgden trad hij op als predikheer en biechtvader. Hij reisde daarvoor het gehele land door. Zo kwam  hij in 1 275 terecht in Tolentino. Hier wilde hij voor altijd blijven. In een korte periode wist hij de harten van de plaatselijke bevolking te stelen. Ontelbare mensen stroomden naar het plaatsje om hem te horen preken. Het kon niet uitblijven en men vereerde hem als een heilige. Vooral nadat zich menig wonder voltrok rond zijn persoon. Tot over de landsgrenzen kende men zijn naam en bezocht men hem. Vooral voor armen en behoeftigen en zieke mensen had hij een bijzondere plaats in zijn hart. 

 

Toen hij ooit eens met zware koorts te bed lag, zo vertelt het verhaal, verschenen hem de heilige maagd Maria en de heilige Augustinus. Op hun advies zou de ziekte geheel genezen als hij bedelend brood verzamelde en dit eten zou. Nicolaas gaf gehoor aan dit advies en trok bedelend rond. Na enige tijd was hij volkomen genezen.

 

Heiligen TolentijnVerdwenenkapel

 

Na een onvermoeibaar pastoraal leven in zijn gemeenschap

van Tolentino stierf Nicolaas op 10 september 1305. In de jaren

die daarop volgden gebeurden aan zijn graf vele wonderen. Tussen 1305 en 1325 moeten het er meer dan 300 zijn geweest.

Nicolaas van Tolentino werd door paus Eugenius IV in 1446 heilig verklaard.

 

Patroon van: de arme zielen in het vagevuur, de vrijheid, het dagelijks brood

Patroon tegen: koorts, mond en klauwzeer, veeziekten.

 

De Heilige Nicolaas van Tollentijn werd vereerd met een kapel op de toenmalige wijk “Briel”

 

 

Andere heiligenbeelden en relikwieën in de kerk van Gijzenzele

Bij een relikwie hoort steeds een oorkonde.

 

Hier de oorkonde bij de relikwie van de Heilige Donatus.

Deze reliekwieren zijn achteraan verzegeld. Foto Dirk De Ganck

c Het Mariabeeld is een houten beeld volgens de klassieke voorstelling van een

‘Schöne Madonna’: een staande Maria die een Jezuskindje op de linkerarm draagt, dat een handje uitstrekt naar een vrucht die Maria in de rechterhand draagt, een appel, een peer of een druiventros.